De arbeidsdeelname van vrouwen loopt iets terug. Ruim acht op de tien vrouwen die in het derde kwartaal van 2014 geen baan hadden, wilden ook geen baan hebben. Reden: ze volgen een opleiding of zijn ziek/arbeidsongeschikt. Ook onder werkende vrouwen slaat de vergrijzing toe. Het gaat vooral om vrouwen van 55 jaar en ouder.
Tegenover iedere honderd werkzame mannen stonden in 1998 bijna 66 werkzame vrouwen. In 2013 is dit opgelopen tot 82 werkzame vrouwen per honderd werkzame mannen. Daarmee is de arbeidsdeelname van vrouwen nog altijd aanzienlijk lager dan die van mannen. Dit schrijft het CBS in een persbericht.
Meer deeltijd
De arbeidsdeelname van vrouwen ligt niet alleen lager dan die van mannen, maar de vrouwen die werken maken gemiddeld ook minder uren, schrijft het CBS. De vrouwen in de werkzame beroepsbevolking werkten in 2013 gemiddeld 28,5 uur, tegen bijna 39 uur voor de mannen. Dit komt doordat vrouwen in grote meerderheid kiezen voor een deeltijdbaan. Acht op de tien mannen werkte meer dan 35 uur per week, tegen minder dan drie op de tien vrouwen. Mannen maakten ook wat vaker overuren: 36 procent van de werkende mannen tegen 28 procent van de werkende vrouwen, aldus het CBS.